De Doorbraak:
Jathara Parivartanāsana – Liggende torsie met de voet op de knie
Monique Admiraal (52 jaar), is vijftien jaar geleden begonnen met
zwangerschapsyoga. Sindsdien volgt zij wekelijks yogales.
Haar doorbraak was in een Liggende torsie: wat is stroming, wat is balans?
Door de jaren heen hoor ik van verschillende docentes wat je in
yogahoudingen kunt ervaren. Als je dat niet voelt, denk je: ik doe iets verkeerd.
Toen ben ik tijdens de yogales op zoek gegaan naar bewuste yoga ervaring.
Op een bepaald moment voelde ik stroming.
Ik ontdekte dat elke houding een ervaring is voor je hele lijf.
Dit beleefde ik heel duidelijk bij de liggende torsies.
Het werd belangrijk om deze torsies helemaal correct uit te voeren,
want alles wat je niet doet, doet niet mee.
Mijn docente let er zelfs op, dat mijn duim tegen de grond ligt.
Dan voel ik dat de energie doorgaat door de duim.
Het heeft invloed op de balans in mijn houding.
Mijn docente raadde mij ook aan om de uitwerking
van de ademhaling te observeren. Met elke uitademing draaide ik verder in de torsie.
Tegelijkertijd lagen mijn schouders nog tegen de grond.
Door precisie in de opbouw en aandacht voor de ademhaling
voelde ik de energie stromen. Ik voelde mij een geheel.
Deze aanpak is ook in andere houdingen gaan doorwerken.
Nu kan ik alleen maar zeggen: waar is de stroming niet?
De opbouw van de houding
Ga op de rug liggen.
Spreid de armen met de handpalmen naar boven gedraaid.
Leg alle tien de vingers tegen de grond.
Kijk even opzij om te zien of de armen werkelijk in elkaars verlengde liggen.
Zet inademend de rechtervoet op de linkerknie.
Ook inademend leg je de linkerhand over het rechter bovenbeen vlakbij de knie.
Adem een paar maal door in deze uitgangspositie.
Adem rustig en ruim in en uitademend duw je het gebogen been zijwaarts
naar links in de richting van de grond.
Het hoofd draait tegelijkertijd naar rechts.
Laat je blik langs de hand op de grond gaan.
Observeer de bewegingen van de ademhaling.
Streef naar een evenwichtige ontplooiing van de houding.
Terugkomen: adem wat dieper in.
Draai op een volgende inademing terug naar het midden.
Leg de linkerarm weer in de spreidstand.
Op een uitademing laat je het rechterbeen wegschuiven.
Leg de armen langs het lichaam, met de handpalmen op de mat.
Dit is een houding naar twee kanten.
.
.
.
.
.