Tijdschrift voor Yoga Maart 2011

Tijdschrift voor Yoga _ De Doorbraak _ een serie artikelen over yogahoudingen door Lydwina Meerman
Lydwina Meerman,
yogadocente sinds
1990, is opgeleid in hatha en raja yoga.
Lydwina is schrijfster van het boek
YOGA, Beginnen en doorgaan, een
ontwikkelingsboek met 24 yogalessen.
www.lydwinameerman.nl

 

In de rubriek de Doorbraak laat yogadocente Lydwina Meerman
een bevlogen yogacursist of -docent aan het woord over
een āsana die aanvankelijk als lastig werd beschouwd,
maar dankzij de instructies van de docent als licht wordt ervaren.
Een doorbraak in de āsanabeleving.

 

De Doorbraak: de Cobra of Bhujangāsana

Hieronder vertelt Ingrid van der Hoek (55),
sinds zeven jaar een enthousiaste yogacursiste,
over haar doorbraak in de Cobra (Bhujangāsana).

 

Tijdschrift voor Yoga Maart 2011_Artikel De Doorbraak door Lydwina Meerman_over Yogahouding de  Cobra  Bhujangasana 
Foto: Paul van Wijngaarden.   Op de foto: Monique Brouwer

Voor Ingrid was de Cobra altijd een lastige houding,
die haar een pijnlijke onderrug bezorgde.
Ingrid: ‘Mijn docente Lydwina heeft mij geleerd om aandacht
aan de buik te geven bij de ademhaling.
De verruiming bij de inademing werkt door
tot in het onderste deel van de wervelkolom,
waardoor de pijn in de onderrug verdwijnt.
Op aanraden van mijn docente durfde ik het ook aan
om in de uitademing te ontspannen.

Het werkte: mijn buik kwam steeds zwaarder op de grond
te liggen en de pijn in de onderrug verdween.

Door de buikademhaling komt er evenwicht in de houding.
Het geeft rust in de schouders en de handen.
Je hoeft niet meer zoveel kracht in de schouders te verzamelen
en je steunt minder op de handen.

Bij mij ging de buikademhaling als vanzelf over in
de volledige yoga ademhaling.
Opeens wist ik hoe ik de Cobra moest doen en
had ik het gevoel een eenheid te hebben bereikt.
Dat vind ik eigenlijk bij elke oefening.
Het moment dat je in jezelf eenheid voelt,
overal, dat is zo mooi.’

  

De praktijk

Begin in buikligging met de benen naast elkaar
en met het voorhoofd op de grond.
Leg de handen onder de schouders neer.
Spreid de vingers enigszins en
laat de middelvingers naar voren wijzen.
De ellebogen komen een beetje van de grond
en blijven dicht bij de romp.
 

Laat het bekken en de buik op de grond rusten.
Observeer de verruiming en de ontspanning in
de buik en in de onderrug.

Terwijl je geleidelijk inademt, van de buik door
het middenrifgebied naar de longtoppen,
breng je de romp met het hoofd omhoog en naar achteren.
Je blik gaat schuin omhoog.
de buik blijft in contact met de grond.
Eventueel plaats je de handen iets verder naar voren.
Uitademend ontspan je in de houding, ook in de buik.

Observeer de houding als eenheid
vanaf de tenen naar de kruin.
Rond af in een ontspanningshouding zoals
de Kindhouding (Balāsana).